Het Nederlandse pensioenstelsel staat bekend als een van de besten ter wereld. Waarom is het dan nodig om daar aan te sleutelen? Wat gaat er dan allemaal veranderen voor werknemers, werkgevers en zelfstandige ondernemers? Daar geven we je graag antwoord op.  

Zo ziet ons pensioenstelsel eruit 

Ons huidige pensioenstelsel rust op drie pijlers: 

  • De Algemene Ouderdomswet (AOW), deze zorgt voor een basispensioen; 
  • De werknemerspensioenen vullen de AOW aan; 
  • Werknemers en ondernemers kunnen sparen voor (extra) pensioen met individuele pensioenproducten. 

De eerste twee pijlers zijn de belangrijksten. De laatste jaren is er vooral veel discussie ontstaan over de financiële en maatschappelijke houdbaarheid van werknemerspensioenen. Een pensioenregeling zou een bepaalde zekerheid moeten bieden, maar die zekerheid bleek de laatste jaren beperkt. Pensioenen stegen niet mee met prijsontwikkelingen en werden soms zelfs verlaagd. Dat moet anders. 

Wat hetzelfde blijft 

Het vertrouwen in het pensioenstelsel heeft een deuk opgelopen. Daarom gaat het pensioenstelsel op de schop. Zwakke punten worden vervangen of aangevuld, terwijl de sterke kenmerken behouden blijven. Zoals: 

  • Verplichte pensioendeelname maakt het delen van risico’s mogelijk; 
  • Door lage uitvoeringskosten kan premie-inleg rendement opleveren; 
  • Een levenslange pensioenuitkering voorkomt dat er tekorten ontstaan. 

Nieuw in het pensioenakkoord 

De Sociaaleconomische Raad (SER) heeft een voorstel gedaan met maatregelen die erop gericht zijn het pensioenstelsel toekomstbestendig te maken en beter bestand tegen maatschappelijke veranderingen en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Een overzicht van de nieuwe veranderingen. 

  • Een nieuwe premieregeling stelt niet de uitkering, maar de ingelegde premie vooraf vast. De pensioenuitkering wordt behaalde beleggingsrendement. Dit moet een koopkrachtig pensioen bevorderen. Periodiek wordt getoetst of dit haalbaar is. 
  • Deze verbeterde premieregeling wordt ook toegankelijk voor bedrijfstakpensioenfondsen. Hierdoor ontstaan regelingen met een uitgebreide en beperkte risicodeling die maatwerk voor verschillende sectoren mogelijk maken. 
  • ZZP’ers kunnen zich vrijwillig aansluiten bij een pensioenfonds of verzekeraar/Premie Pensioeninstelling (PPI). 
  • Deelnemers krijgen meer inzicht in de ontwikkeling van hun pensioenvermogen, de ingelegde premie en het verwachte pensioenresultaat. 
  • Het wordt (beperkt) mogelijk om op je pensioendatum een bedrag ineens op te nemen. 
  • Het nabestaandenpensioen wordt gestandaardiseerd en begrijpelijker gemaakt. 

Met deze maatregelen wil de SER een meer houdbaar pensioenstelsel creëren dat transparanter, begrijpelijker en persoonlijker wordt. Het resultaat moet een stabiel stelsel worden dat deelnemers meer duidelijkheid biedt met minder risico’s. Op deze manier moet ook het beschadigde imago van het pensioenstelsel weer hersteld kunnen worden.